Als politiek persoonlijk wordt
Naar de politie ging ik niet, ik schaamde me rot. Ik hield het liever voor me. Tot ik op een dag mijn eigen bloed op de muur zag. Toen wist ik: hier moet ik weg. Ik was ooit een van de naar schatting 200.000 mensen die jaarlijks het slachtoffer worden van huiselijk geweld. Wereldwijd krijgt maar liefst één op de drie vrouwen te maken met geweld, seksueel, huiselijk of elders. Het zijn cijfers die onacceptabel hoog zijn, en waar we veel te weinig over spreken.
Het is die pijnlijke herinnering die de verkiezing van Trump voor mij en vele andere vrouwen (én mannen!) met dezelfde ervaring zo beladen maakt. Dat geweld tegen vrouwen hardnekkig is wisten we al. Dat het iedereen kan overkomen wisten we ook. Maar dat je er grapjes over kunt maken, het kan afdoen als kleedkamerpraat en er zelfs openlijk over kunt opscheppen… En dat je ondanks dat alles toch president van de Verenigde Staten kunt worden, dat komt hard aan. En dan is politiek ineens heel persoonlijk.
Daarom liepen mijn moeder en ik gisteren mee met de Women’s March in Den Haag. We waren niet de enige. Van Washington tot Nairobi, van Rio tot Delhi, van Beirut tot Amsterdam: wereldwijd gingen miljoenen vrouwen, mannen en kinderen de straat op om te demonstreren voor gelijke rechten voor vrouwen en tegen discriminatie, seksisme en seksueel geweld. Jonge mensen, kinderen, ouderen, mensen met een migratieachtergrond, LHBTI, vluchtelingen; samen stuurden we de nieuwe president van Amerika een belangrijke boodschap: seksisme is geen grapje en aanranding is geen kleedkamerpraat.
“Is dat nog wel nodig?”, vragen mensen mij vaak als ik weer eens begin over vrouwenrechten. “Het gaat toch al heel goed met de rechten van vrouwen in Nederland?” Ja, het gaat gelukkig steeds beter. Mede dankzij de jarenlange inzet van de Partij van de Arbeid. Maar we zijn er nog lang niet. De verkiezing van Trump laat eens te meer zien hoe dicht onder de oppervlakte seksisme en racisme nog steeds sluimeren. Daar moeten we ons tegen blijven uitspreken, ook in onze maatschappij.
In ons Nederland accepteren we geen discriminatie, geen seksisme en geen geweld tegen vrouwen. Dat het toch voorkomt bespreken we te weinig. Ook omdat veel slachtoffers zich schamen en daarom zwijgen. Daarom is het zo belangrijk samen een vuist te maken. Een vuist voor een fatsoenlijke samenleving, met eerlijke en duidelijke spelregels over hoe we met elkaar omgaan. Een vuist tegen seksisme, racisme en geweld. We moeten minder schreeuwen en meer luisteren. Daar wil ik na de verkiezingen vanuit de Tweede Kamer aan werken. Aan een Nederland waar iedereen veilig en volwaardig zichzelf kan zijn. Aan een land waar je trots op kan zijn. Want het persoonlijke is anno 2017 nog steeds politiek.
Met vriendelijke groet,
Kirsten van den Hul
Nummer acht op de kandidatenlijst van de PvdA