De stip links op de horizon
‘Het gaat beter dan verwacht, maar niet goed genoeg’. Met die woorden presenteerde Jeroen Dijsselbloem afgelopen week de begroting voor 2016. En daar heeft hij gelijk in. Er is economische groei en Nederland klimt uit de recessie, maar we zijn nog niet tevreden. Zolang er nog 600.000 mensen thuis zitten die graag willen werken en de verbeteringen niet voor iedereen voelbaar zijn, zijn we nog niet klaar.
Dus onze opdracht voor de komende 1,5 jaar is zorgen dat iedereen gaat merken dat het beter gaat. De verlaging van de lasten op werk komend jaar is daarbij belangrijk. Mensen zonder werk zullen makkelijker aan een baan komen, en mensen met een klein of normaal inkomen meer overhouden in hun portemonnee. Ouders zien het herstel terug in hun portemonnee door minder kosten van kinderopvang. En we zorgen dat alle peuters naar de opvang kunnen. Het vaderschapsverlof wordt uitgebreid van twee dagen naar een week. Zo werken we verder aan een moderne, zorgzame samenleving waarin ouders werk en zorg voor kinderen kunnen combineren en waar ieder kind de kans krijgt op de beste start in het onderwijs. Ook komt er een rechtvaardigere vermogensbelasting en meer geld voor de verpleeghuizen en sociale werkvoorziening. De belastingontwijkingsroute, de Braschaatroute, is gesloten. Een mooie eerste stap in de aanpak van belastingontwijking door bedrijven.
Stap voor stap brengen we die stip links op de horizon dichterbij. Die stip is zoveel meer dan economische groei creëren. Het is ook een arbeidsmarkt die iedereen een plek en zekerheid biedt en van werk naar werk helpt zonder het trauma van ontslag. Een duurzame economie die binnen dertig jaar volledig op duurzame energie draait, mogelijk gemaakt door de innovatiekracht en maakindustrie waar we zo goed in zijn. Een zorgzame samenleving waarin er naast werk ook ruimte is voor vrienden, familie, kinderen, liefde, rust en bezinning, zorg. Waar de vraag welke zorg iemand nodig heeft niet achter een bureau ver weg, maar met de wijkverpleegkundige in huis zelf wordt beantwoord. En een eensgezind en stabieler Europa, zo nodig nu we deze dagen een antwoord zoeken op de vluchtelingenstroom naar en door Europa.
Met die vluchtelingenstroom die naar en door Europa trekt, komen er beelden onze huiskamer binnen die we niet in Europa willen zien. Mensen die stikken in vrachtwagens. Op stations uit elkaar geslagen worden. Met bussen naar de grens gereden en eruit gezet. Op 1,5 uur vliegen van ons land. Het gaat door merg en been. Een Europa van ‘ieder voor zich’ faalt. Bij de Europese leiders is nú het besef nodig dat we op een cruciaal moment in de geschiedenis staan. We moeten nu handelen in Europa en samen tot een oplossing komen. Alleen Europees kunnen we de balans vinden tussen een humane en effectieve opvang, en tegelijk werken aan het verminderen van de redenen waarom de aantallen toenemen.
Maar ook lokaal kunnen en moeten we wat doen. We zien vele partijgenoten die dat ook doen. Zij tonen zich solidair met de vluchtelingen en begrijpen tegelijkertijd de zorgen die er leven in lokale gemeenschappen over de soms grote aantallen en de gevolgen voor de beschikbare woningen en banen. Met creatieve oplossingen zullen we in staat zijn om deze mensen zo goed mogelijk op te nemen in onze gemeenschap.
Dat zijn slechts enkele van de opdrachten waar Nederland zich voor gesteld ziet in de komende jaren. Ons doel is helder. In de Tweede Kamer, in het kabinet, maar ook in meer dan 180 ombudsteams en door het hele land: op al die plekken werken partijgenoten dag in dag uit om te bouwen aan één samenleving. Een samenleving waarin mensen opkomen voor elkaar, met goede zorg en waar voldoende werk is. Dat is ons doel, dat is onze opdracht.
Diederik Samsom, Lodewijk Asscher en Hans Spekman