Thema avond ‘Loopt het sociaal domein Haarlemmermeer in de pas?’ geslaagd
Door: Jan Rijpkema
De afdeling Haarlemmermeer van de PvdA organiseerde op 15 juni 2015 in het Wijkcentrum ’t Kattegat een avond over het sociaal domein dat een half jaar in zijn huidige vorm functioneert. De avond stond onder leiding van Connie Cornelisse, bijgestaan door Elise Oude groote beverborg. Er was een behoorlijke opkomst, met een opvallend groot aantal vertegenwoordigers uit het sociaal domein, zowel vrijwillig als professioneel.
Taken
De gemeente heeft er per 1 januari 2015 een groot aantal taken van het rijk bijgekregen in wat genoemd wordt ‘het Sociaal Domein’. Het gaat om voorzieningen en uitkeringen voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt, zoals werklozen, mensen in de voormalige sociale werkvoorziening en jongeren die moeilijk te bemiddelen zijn. Ook de zorg voor jeugd en jongeren is overgeheveld. Of dat niet genoeg is geldt dat ook voor voorzieningen voor mensen met een beperking en ouderen.
Nu de nieuwe situatie een half jaar van kracht is organiseerde de PvdA, afdeling Haarlemmermeer, een thema avond om samen met vertegenwoordigers van instellingen en betrokkenen lessen te trekken uit de stand van zaken. Het ging zowel om zaken die goed lopen als om onderdelen die verbeterd kunnen worden. Het accent van de thema avond lag op drie prestatievelden van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo): informatie, advies en cliëntondersteuning geven. Mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen. Bevorderen dat mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren.
Kansen
Uit de inleidingen van vertegenwoordigers van vrijwillige organisaties en professionals en de reacties daarop uit de zaal, bleek dat niet alles kommer en kwel was wat de klok van het sociaal domein slaat. Er zijn de nodige uitdagingen en kansen die benut zouden kunnen om cliënten minder afhankelijk van de zorg te maken. De zelfredzaamheid van burgers die een beroep op de zorg doen wordt vergroot als de juiste weg gewezen en begeleiding wordt gebonden. Dit geldt bijvoorbeeld voor senioren. Deze groep wordt door de huidige ontwikkelingen geprikkeld om zelf oplossingen te vinden. Met name jongere senioren hebben vaak een goede opleiding en werkervaring. Steeds vaker zoeken zij zelf de oplossing, vaak in samenwerking met leeftijdsgenoten. Ook de wat oudere senioren zijn er bij gebaat als zij zelf hun zaakjes kunnen regelen. Dat maakt minder afhankelijk en draagt ertoe bij dat het persoonlijk netwerk groter wordt, waardoor eerder oplossingen kunnen worden gevonden.
Met name de instellingen ervoeren het contact met de gemeente als goed. Een gunstig effect van de ontwikkelingen in het sociaal domein is dat in de afgelopen tijd de samenwerking tussen organisaties verbeterd is. Hierdoor kan een brug geslagen worden tussen professionele en informele zorg enerzijds en de gemeente anderzijds, met als positief effect dat voorzieningen sneller bereikbaar zijn. In onze digitale tijd liggen vele kansen. Allerlei slimme voorzieningen in huis, ‘domotica’ zoals dat in vaktaal heet, maken een snelle (digitale) bereikbaarheid mogelijk, zodat ‘maatwerk’ kan worden geboden. Dit begrip liep als een rode draad door de discussie.
Zorg
Naast de vele kansen zijn er nog de nodige punten van zorg. Er zijn volgens diverse aanwezigen die avond nogal wat uitvallers, nu de AWBZ-zorg aan de zorgverzekeraars is overgedragen. Dit is een bijzonder punt van aandacht. Het feit dat zorg met DigiD moet worden aangevraagd bezorgt niet alleen senioren kopzorgen. Een alternatief is het gebruik van het Burger Service Nummer (BSN). In het algemeen wordt de stap naar de gemeente als hoogdrempelig ervaren. De bureaucratie lijkt sterk toegenomen. Er moeten nogal wat vragen worden ingevuld. De communicatie tussen gemeente en aanvrager laat te wensen over. ‘Maatwerk’ is noodzakelijk. Het ‘keukentafelgesprek’ is bedoeld om de mate van de zorg te bepalen. Een voorwaarde voor de professional is goed te luisteren en door een te positief beeld heen te prikken. Met name senioren geven soms een te rooskleurig beeld van hun omstandigheden. Als er sprake is van een verstandelijke beperking is het bepaald moeilijk om het keukentafelgesprek objectief te beoordelen. Degene die het gesprek houdt zal dus over het nodige inlevingsvermogen moeten beschikken en de eigen mening niet op voorhand een rol moeten laten spelen. De gemeente moet uiteraard kritisch zijn bij het verstrekken van voorzieningen. Een denigrerende bejegening dient echter uit den boze te zijn. De professional dient te beseffen dat hij of zij een machtspositie heeft en mag daar geen misbruik van maken.
Zoekende
Wethouder Tom Horn wees erop dat de kanteling tijd nodig heeft en men ook bij de gemeente nog zoekende is. Hij ging uitgebreid in op de knelpunten: ‘Wij begrijpen dat niet iedereen DigiD-vaardig is, vandaar dat het ook via het BSN kan. En keukentafelgesprekken moeten geleerd worden. Bij een goed gesprek gaat het erom de vraag achter de vraag te ontdekken. Het mooiste zou zijn als er bij zo’n gesprek een derde persoon aanwezig is die de betrokkene goed kent. Over de eigen bijdrage: ‘Er is een vangnet, bijzondere bijstand, maar dan moet wel alles blootgelegd worden, en dat is niet leuk.’ In het geval van een terminaal patiënt, door ANBO aangedragen, gaf Horn aan dat direct actie moet worden genomen en de aanvraag niet op de stapel mag belanden. De aanwezigen droegen de nodige zaken aan die aandacht en/of verbetering behoeven, zoals de uitstroom van de praktijkschool en ambulante zorg. Zwaar pushen kan tot problemen leiden bij psychiatrische patiënten. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt als nogal ondoorzichtig ervaren. Als voorbeeld werd de eigen bijdrage in de dagbesteding genoemd met aanvulling van bijzondere bijstand. Er moet volgens sommige aanwezigen het nodige geïnvesteerd worden in de ‘vindbaarheid’ van het loket en het doolhof van de digitalisering. De media kunnen een belangrijke rol spelen in de informatievoorziening. Daartegenover staat dat er ook onrust kan ontstaan, zoals rond het Persoons Gebonden Budget. Eén van de aanwezigen wees over de problemen rond het plaatsen van jongeren met gedrags- en leerproblemen. Voor de juiste huisvesting voor ouderen die meer hulp nodig hebben is niet altijd een oplossing. Zeker nu zorgcentra inkrimpen, dan wel sluiten.
Connie Cornelisse kon na afloop concluderen dat onze gemeente op de goede weg is, maar dat er nog het nodige moet worden opgelost. ‘We willen vooral benadrukken om met elkaar de zorg te delen. Heel belangrijk daarin is om van tevoren een netwerk op te bouwen. Als PvdA willen wij graag meekijken in deze grote uitdaging en verbinding zoeken tussen alle betrokken partijen.’