Deze week 5
Sociale Woningbouw staat onder druk. Doorstroming naar andere woningen vindt bijna niet plaats, omdat een huis kopen voor lagere inkomens onmogelijk is. Dus komen er weinig huurwoningen vrij, en loopt de wachtlijst op. De mensen die door omstandigheden acuut een woning nodig hebben staan bij de wethouder op de stoep. Wat kan de gemeente doen aan het probleem?
Haarlemmermeer hanteert al heel lang, op aandringen van de PvdA, de verhouding 70/30. Dat wil zeggen: bij nieuwbouw projecten wordt 70% vrije sector woningen toegestaan, waar de bouwer op verdient. En 30% moet in de sociale sector worden gebouwd. En daar wordt subsidie op verleent, bijvoorbeeld door een lagere grondprijs te berekenen. Dat is tientallen jaren goed gegaan: de duurdere huizen maakten het mogelijk om tegen aanvaardbare huurlasten ook sociale woningbouw te realiseren. Maar de laatste jaren wordt weinig gebouwd. En dus ook weinig nieuwe sociale woningbouw toegevoegd aan de voorraad. Bovendien is in de jaren van recessie minder verhuisd. Mensen blijven zitten waar ze zitten. Het aanbod stagneert.
Tegelijk wordt de vraag naar sociale woningbouw groter. Salarissen stijgen niet: de groep mensen die voor huisvesting aangewezen is op een goedkope woning stijgt. Mensen raken banen en daarmee inkomen kwijt en moeten goedkoper wonen. Echtscheidingen en huiselijk geweld zorgen nog eens voor een top aan de vraagzijde. De vraag neemt toe.
Scheefwoners zijn mensen die meer verdienen, en dus van een sociale woning zouden kunnen doorverhuizen naar een duurdere (koop)woning. Vaak is het niet aantrekkelijk om dat te doen. De maandlasten worden fors hoger, en de nieuwe woning is maar een klein beetje groter. 30% van de sociale woningen wordt bewoond door iemand die er geen recht meer op heeft. Het inkomen is gestegen boven de 31.000 euro, of een tweede persoon in het huishouden heeft ook een inkomen verworven. Maar van die 30% hebben de meeste mensen slechts een heel klein beetje meer inkomen dan de norm. Niet genoeg om een andere woning in de vrije sector te kunnen betalen.
Wat moet er gebeuren? De echte oplossing zie ik nog niet. Lokaal, in de gemeente Haarlemmermeer, is het probleem niet zomaar op te lossen. De genoemde problemen zijn eerder Europees (de langdurige recessie, en de inkomensgrens) of nationaal (het huursysteem en de hypotheekrente aftrek voor de vrije sector). Als we hier echt oplossingen gaan uitvoeren, dan komt er een verschuiving van de woonmarkt op gang. Dan kunnen goedkope woningen niet meer op de duurste stukken grond van het land: het centrum van Amsterdam. Ik weet niet of dat nu een goed idee is…
In Haarlemmermeer kan Ymere, de aanbieder van sociale woningen, door de gemeente geholpen worden in het realiseren van projecten. Er kunnen wellicht financieringsconstructies gemaakt worden die Ymere verder helpen. Of de grond kan in erfpacht uitgegeven worden, zodat de financieringsbehoefte afneemt. Haarlemmermeer kan tijdelijke woningbouw mogelijk maken. Woningen die goed bewoonbaar zijn, maar goedkoop en snel te plaatsen zijn. Ikea woningen, standaard en simpel en leuk. Dat is wethouder Tom Horn ook van plan; de ergste nood wordt hierdoor gelenigd. Een pleister op de wond, dat is het.